Wat komt er op de NGF agenda de komende twee jaar?

De ALV van de NGF zit er al weer een tijdje op. Weinig nieuws aan het front. De huidige President heeft zijn vervroegde aftreden aangekondigd en de marktman uit het bestuur, de heer Levi, liet een onderzoek presenteren over de nieuwe aanpak van golfproducten. Kennelijk was dat onderzoek bedacht voor de golfclubs die een baan in eigen beheer en exploitatie hebben. In ieder geval kostte het wat moeite om de heer Levi uitgelegd te krijgen dat er van de 370.000 geregistreerde golfers er ca 280.000 niet de voorkeur hebben om zich aan een golfclub vast op een golfbaan te binden, laat staan dan nog mede-eigenaar van een golfbaan te willen zijn.

Het leek er op dat de heer Levi pas overstag ging toen ook de onderzoekers zich vertwijfeld begonnen af te vragen, wat ze nu eigenlijk gingen onderzoeken. Was er ook nog de vraag aan de eventueel deelnemende golfclubs aan het onderzoek, daarvoor bij het kruisje een formulier te tekenen en 2500 euro uit de clubkas over te maken naar de onderzoekers. Met zo’n beperkte scope kun je je afvragen waarom de NGF dit soort onderzoek moet gaan bekostigen. Alles bij elkaar was het verhaal van Levi weinig inspirerend en het is afwachten of er een aantal van 100 golfclubs gaan meedoen aan dit onderzoek.

De aanpak van dit onderzoek kwalificeer ik als een beetje knullig. Zeker als je bedenkt dat de NGF met ondersteuning van deze onderzoekers een soort adviesrol wil invullen wat betreft de exploitatie en daarmee de continuïteit van golfbanen. Niet voor niets heeft de directeur van de NGF in dat verband uitgebreide verhalen laten opschrijven over rekeninggolfen en de heer “Van Veelen”, bekend op de baan als de te veel golfer (Golf.nl, maart 2019). Je moet immers de geesten rijp maken voor het revolutionaire, maar zeer noodzakelijke, geluid om spelers die structureel te weinig betalen voor hun rondje golf, aan te pakken. Wie waren ook alweer de profiteurs?

Behalve deze insteek die essentieel kan zijn voor het verbeteren van het imago van golf, was er ook de impliciete aankondiging van het nieuw te formuleren beleidsplan 2020-2024. De echte vraag dit keer zal daarbij weer worden, wie of wat stellen we centraal. De (klassieke) golfclub of de golfer. Het wordt voor de huidige directeur NGF, die nu 10 jaar de scepter zwaait, best een uitdaging. Zeker als we ons realiseren dat de afgelopen 10 jaar we alleen maar verder zijn afgedwaald van een bestendige ontwikkeling van golf in Nederland.

Aantal rondjes en dus de bezettingsgraad van banen is gedaald. Golf heeft structurele imagoschade opgelopen door feitelijke uitsluiting van golfers en pure discriminatie van niet-baangebonden golfers op een aantal golfbanen. Kortom, deze directeur lukt het maar niet om golf in Nederland over de eigen schaduw te tillen. Dat zien we ook nu een aantal essentiële kaderfunctionarissen, sommigen na 20 jaar, de NGF gaan verlaten.

Neemt niet weg dat wij ondanks het feit dat ook bij ons het vertrouwen in de NGF, als institutie, is gedaald, we ons voor beide onderwerpen zullen inzetten. Dat kan via meedenken en de nodige suggesties, alhoewel  daarvoor de afgelopen 10 jaar weinig ruimte is geboden, waardoor de kans om rechtstreeks bij te dragen niet groot is. Maar het kan ook in meer reactieve zin voor zover de NGF de leden uitnodigt te reageren. Dat hebben we, ongeveer als enige binnen de ALV, altijd gedaan. Dus dat houden we vol.

Keep swinging,
Wim Rijkaart van Cappellen

Beleidswijzigingen NGF?

Het was mogelijk niet voor iedereen verrassend, maar de huidige voorzitter van de NGF legt, naar eigen zeggen met spijt,  vroegtijdig zijn functie neer. Stukje leed, dat kan niet anders. Dat leidt bij mij dan wel tot enige speculatie bij de vraag hoe kon het dat hij destijds is voorgedragen voor benoeming. Want laten we wel wezen, wie ook voorgedragen wordt, de Algemene Vergadering zal altijd die voordracht volgen. Mijn speculatie ga ik niet met u delen.

We moeten immers vooruit kijken en deze mutatie onderstreept dat er beleidswijzigingen bij de NGF aan de orde komen. Uit enige ervaring kan ik zeggen dat er bij de NGF alleen beleid wordt gewijzigd als het niet meer anders kan. Van enig anticiperen, bijvoorbeeld op basis te verwachten ontwikkelingen, is mij tot op heden nimmer iets gebleken. In feite loopt men altijd achter de feiten aan en zoals ik eerder heb gezegd, met de rug naar de toekomst toe.

Dat men vooral de klassieke golfclub en bijbehorende achterban primair blijft stellen, is wel verklaarbaar, maar eigenlijk onbegrijpelijk. Eerdere pogingen om te moderniseren werden in de kiem gesmoord door diezelfde clubs. Zoals eind jaren ’90, toen men door de golfbaanexploitanten gedwongen werd golfers die niet lid van een club wilde worden, toch de mogelijkheid te bieden om bij de NGF een golfhandicap te kunnen registreren. De ALV draaide toen dat idee de nek om. Eerst na de NGF statutenwijziging van november 2000 werd dat mogelijk en kon de Nederlandse Golf Vereniging (later GVN) als eerste baanloze vereniging worden ingeschreven.

Maar ook rond het jaar 2005 werd een poging gedaan om de golfer en niet de club primair te verklaren. Zoals de toenmalige directeur NGF het zei: “het gaat om de golfer en het is niet van belang bij welke club deze lid is”. Die uitspraak heeft de ALV wel bereikt, maar er is niets mee gedaan. Integendeel,  kijkend naar de laatste beleidsplannen staat de klassieke golfclub nog steeds centraal. Dat was wellicht ook de verdienste van de aftredende voorzitter. Immers die vertegenwoordigde juist dat klassieke. Jammer alleen dat de golfsport en ook in economische zin golf daar weinig mee is geholpen geweest. Nog vervelender is dat het imago van golf in Nederland mede door het beleid in de afgelopen jaren behoorlijk is gedeukt.

Het is en blijft zo, dat er zoals wij bij Golflink zeggen, maar twee zaken relevant zijn en dat zijn de golfer en de golfbaan. Alles daartussen is “vloeibaar”. Juist ook de verschillende wijzen waarop golfers elkaar ontmoeten, al of niet in enig clubverband. Dus ook de aard en vorm van de club is verschillend. Van kleine informele golfvriendenclubjes, tot formele clubs waarvan de leden eigenaar zijn van een golfbaan. Als we uiteindelijk meemaken dat er 1000 golfclubs in Nederland zijn, moet niemand daar van opkijken.

Vraag is dan voor de NGF wat is haar rol nog, zeker daar golf in Nederland meer een onderdeel is van de vermaak- en vrije tijdsindustrie en wat minder sport. Met alleen maar een rol bij het toepassen van een golfhandicapsysteem kom je er mogelijk niet. Vraag in het verlengde is dan zeker ook wat is de rol van de Golfbaanexploitanten. Die zijn deels ondergebracht in de NVG. Maar ook daar speelt de vraag wat is de toegevoegde waarde. Rollen voor de golfers- en golfbaanorganisaties zijn er zeker. Er is wellicht zelfs ruimte voor een golfbrancheorganisatie, met een afdeling golfsport.

Of we meer modernere benadering van golfers en golfbanen binnenkort gaan meemaken, laat zich nog wat raden. Meestal zijn er een paar stappen meer nodig om iets tot stand te brengen. Zeker binnen de ietwat conservatieve constellatie van de NGF. Maar als het zo wordt dat 20 jaar na datum we weer nieuwe stappen weten te zetten om golf beter op de vrijetijds kaart te krijgen, dan doen wij graag aan die discussie mee.

Keep swinging

Wim Rijkaart van Cappellen